Net verschenen: ‘Dat vreemde in mijn hoofd’ van Orhan Pamuk

6 mei 2016

Zes jaar na het Het museum van de onschuld is er een nieuwe roman van Orhan Pamuk in het Nederlands verschenen: Dat vreemde in mijn hoofd. Het boek beschrijft ‘het leven, de avonturen en dromen’ van Mevlut Karataş, een optimistisch ingestelde jongen die in de jaren zestig van een dorp in de buurt van Konya verhuist naar Istanbul om daar met zijn vader als venter geld te verdienen.

Dromen heeft de jonge Mevlut twee: een meisje en een eigen zaak. Een meisje naar zijn hart vindt hij als een van zijn neven trouwt. Hij vangt haar blik temidden van de bruiloftsgasten. Drie jaar lang schrijft Mevlut haar brieven, dan besluit hij haar te schaken. Maar als hij na een tocht door de bergen bij een bliksemflits haar gezicht ziet, dringt de vraag zich op: gaat het in het leven om wat je zelf graag wilt, of om wat het lot voor je in petto heeft?

Mevluts dromen over een eigen zaak komen uit als hij na vele jaren venten met yoghurt, met boza, een dikvloeibare gierstdrank, met krasloten, gebakken rijst met kikkererwten en allerlei andere zaken, een zaakje met zijn boezemvriend opent. Mevlut kan zich bedrijfsleider noemen. Maar ook dan blijft het lopen door de donkere straten van Istanbul lokken.

Een straatventer is natuurlijk bij uitstek iemand die getuige is van het dagelijks leven in een stad, van de veranderingen die zich binnenshuis en op straat afspelen. En in Istanbul verandert nu eenmaal voortdurend van alles. Dat vreemde in mijn hoofd is dan ook niet alleen een familiegeschiedenis waarin Mevlut en zijn gezin centraal staan. De roman geeft tegelijkertijd ‘een beeld van Istanbul tussen 1969 en 2012 gezien door de ogen van tal van personen’, zoals het in de tweede helft van de ondertitel heet.

Daarmee kiest Pamuk deze keer niet alleen voor een groter tijdvak dan hij eerder deed: in Istanbul. Herinneringen en de stad beschreef hij de periode van de jaren vijftig van de vorige eeuw tot het begin van de jaren zeventig, Het museum van de onschuld speelde zich vooral af in de jaren zeventig tot negentig. Orhan Pamuk kiest in Dat vreemde in mijn hoofd ook een ander perspectief.  ‘Tot nu toe heb ik steeds verteld over de mensen die in Istanbul zijn geboren,’ zei hij in een interview bij het verschijnen van zijn nieuwe roman. ‘Toen ik geboren werd telde de stad een miljoen inwoners. Nu zijn dat er vijftien miljoen. Ik wilde die veertien miljoen beschrijven.’

Klik hier voor een fragment uit Dat vreemde in mijn hoofd, vertaald door Hanneke van der Heijden en Margreet Dorleijn.

 

Website van Hanneke van der Heijden, literair vertaler – over de literaire wereld in Turkije, over vertalen, en met fragmenten gepubliceerde en ongepubliceerde vertalingen uit het Turks.

WOORDENWOLK