Van zijn zevende tot zijn tweeëntwintigste droomde de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk (1952) ervan schilder te worden. En ook al begon hij als twintiger aan het schrijven van een roman, zijn fascinatie voor beeld bleef.

Totdat hij in 2008, hij was inmiddels zesenvijftig, een winkel in Istanbul binnen liep, er pennen en potloden, verf en penselen aanschafte, ‘twee grote tassen vol’, en weer begon te tekenen. Sindsdien schrijft en tekent hij dagelijks in zijn dagboek.

Lees meer