Ankara, 1968. Aysel, een succesvol docente aan de universiteit, getrouwd met academicus Ömer, komt een hotelkamer binnen. Ze hoopt er te sterven. Wachtend op de dood overziet ze haar leven en het land waarin ze is opgegroeid: de jonge republiek Turkije. Kort voordat ze het hotel binnengaat, heeft ze het bed gedeeld met een van haar studenten, Engin, een jongen uit een arbeidersmilieu, actief in de beweging van 1968. De gebeurtenis confronteert Aysel met een andere sociaaleconomische klasse, een andere generatie, een ander idee van vrijheid.
